Bijbelstudie "Israëls twaalftal"

Auteur: Ds. H. Drost

 

 

 

 

SIMEON EN LEVI, DE WREDE WREKERS

 

 

Inzoemen

vragen // voorstudie

Geboorte

Gen.29:33-34

 

Is Lea’ s spreken bij de geboorte van Simeon en Levi teken van geloof of ongeloof?

Geschiedenis

Gen. 34

 

Hoe beoordeelt u het optreden van Simeon en Levi?

Zegen van Jakob

Gen. 49:6-7

 

Is dit nu een vloek of een zegen? 

"Simeon en Levi zijn altijd samen;
  zij beramen niets dan geweld.

  Ik wil niet deelnemen aan hun beraad,
  op hun bijeenkomsten wil ik niet zijn.
  In woede ontstoken doden zij mannen,
  moedwillig verlammen zij stieren. 
  
 Vervloekt zij hun grimmige woede
  vervloekt hun ontembare razernij. 

  Ik zal hen verstrooien over Jakobs volk
  hen over  Israël verspreiden
"

 

Gen.49:5-7

Zegen van Mozes

Deut.33:8-11

 

Wat is er in de woestijn gebeurd dat Mozes’ zegen zo positief is voor Levi? 

 

 

 

1.  Familiefoto

De HERE neemt het op voor de versmade vrouw (Gen.29:31). En Lea erkent dat ook. Bij de geboorte van haar eerste zoon (Ruben) zegt ze dat de HERE haar situatie ziet. Bij de geboorte van Simeon zegt ze dankbaar dat de HERE ook hoort (vergelijk Gen.16:11). Deze Simeon wordt door Jozef als gijzelaar vastgehouden in Egypte (Gen.42:24.36; 43:23).

 

Als Lea met de geboorte van Levi zelfs een derde zoon mag geven aan Jakob, hoopt ze dat hij zich nu aan haar zal hechten (Gen.29:34). Die hunkering naar liefde en waardering hoor je als ze hem Levi noemt, wat ‘zich hechten aan iemand’ betekent. Deze twee jongens zijn broer van Dina, die dezelfde vader en moeder had (Gen.30:21). Als de vorst van Sichem zich aan hun zus vergrijpt, komen zij in actie voor hun zus.  

 

Als u de geschiedenis van de stam Simeon nagaat, zult u zien dat die stam op de duur opgegaan is in de stam Juda. Simeon kreeg geen eigen plek waar het geweld weer uit kon barsten.  

 

Datzelfde zien we ook gebeuren bij de stam Levi. De Levieten kregen geen eigen stuk land in Israël. Maar Mozes geeft hun in zijn zegen wel een belangrijke plaats in het midden van Gods volk. Waarom? Waarom mochten zij in dienst staan van God? Dat was omdat ze op een belangrijk moment in Israëls geschiedenis de kant van God hadden gekozen. Toen het volk wild was geworden bij de dienst aan het gouden kalf, kwam Mozes en zei : "Wie is voor de HERE? Die kome tot mij - en tot hem verzamelden zich al de levieten" (Ex.32:26). En de Levieten doodden een groot aantal beeldendienaars. Zij streden tegen de valse eredienst. Daarom gaf God hun een plaats in de ware eredienst : de dienst van de verzoening. 

 

Op de familiefoto staan de twee jongens die na de oudste komen, dus niet in het middelpunt. Je zou verwachten dat het eerstgeboorterecht nu voor hen was. Maar ze worden gepasseerd vanwege hun wraakactie in Sichem. Simeon is zelfs niet duidelijk te zien. Hij gaat wat schuil achter zijn broer Juda. Later in de geschiedenis is Levi meer naar voren gekomen. Hij komt naast Juda te staan – Juda, uit wie de koning zal komen. Want uit Levi zal de priester komen. Levi mag de verzoening dienen. En dankzij de verzoening is er in de toekomst van de heilige stad zowel een poort voor Levi als voor Simeon (Ez.48:31.33).
 

 

 

2. Pasfoto 

Is woede niet op z'n plaats als je zus verkracht wordt? Ja, maar Jakob veroordeelt in deze zegen geen boosheid, maar wraakzucht. In die wraakzucht hebben  Simeon en Levi elkaar gevonden. Dat zegt Jakob als eerste : "Simeon en Levi zijn altijd samen..". Er staat eigenlijk dat ze broers zijn. Jakob bedoelt dat die twee uit hetzelfde hout gesneden waren. En toen ze samen op gingen trekken, werden ze het duo van geweld : " ze beramen niets dan geweld".  Het zijn knapen in wier handen elk gereedschap een gevaarlijk wapen kan worden.  

 

En juist dáár neemt vader Jacob afstand van. Hij vindt hun plannenmakerij ronduit slecht. Hij wil er niets mee te maken hebben : "ik wil niet deelnemen aan hun beraad, op hun bijeenkomsten wil ik niet zijn". Dit was geen woede-uitbarsting van deze twee broers, dit is niet minder dan moord met voorbedachten rade. En ze maakten daarbij misbruik van Gods besnijdenis…. 
Je zou het kunnen vergelijken met iemand die een ander haat. Maar hij doet net of hij hem wil vertellen over het geloof. Hij zegt dan tegen hem dat hij zich moet laten dopen via onderdompeling. Samen gaan ze het doopbassin in. Maar in plaats van hem te dopen houdt hij hem net zo lang onder water tot hij dood is. Zulk misbruik hebben Simeon en Levi gemaakt van de besnijdenis (Gen.34).

 

Ze hebben zich daarbij uitgeleefd. Onschuldige mensen en vee werden het slachtoffer van het geweld van deze twee. Jakob gruwt er van : "ik wil niet deelnemen aan hun beraad, op hun bijeenkomsten wil ik niet zijn. In woede ontstoken doden zij mannen, moedwillig verlammen zij stieren". Het was bruut om het vee - de bron van inkomsten - zo toe te takelen dat de mensen er niks meer aan hadden. Dit was buiten alle proporties. De oude vader op zijn sterfbed keert zich emotioneel tegen dat gedrag van zijn zonen, ja, hij vervloekt dat gedrag : "Vervloekt zij hun grimmige woede, vervloekt hun ontembare razernij". Let er op dat Jakob niet zijn jongens vervloekt, maar hun toorn. Hun woede en toorn moeten niet opbloeien, maar verdorren. 

 

Twee zulke woestelingen moet je van elkaar isoleren. Het is het beste dat ze apart worden gezet. Samen zijn ze gevaarlijk. "Ik zal hen verdelen onder Jakob en verstrooien onder Israël".

 

Vragen

  1. Kunt u nu verklaren wat de zegen in deze vloek is?  
  2. Uit welke stam is Jezus? Kan Hij dan wel onze Hogepriester zijn?  (Zie Heb.7:1-11)

 

 

3.  Spiegel 

"O God, mijn God, verhoor ook mij, de weduwe "- roept Judith uit in haar boek (9:2), dat niet in de Bijbel is opgenomen - één van de zgn. apocriefen.  In dat gebed roept ze God aan als de God van haar stamvader Simeon die zijn zus Dina heeft gewroken : "Heer, God van mijn vader Simeon, die gij een zwaard ter hand hebt gesteld om wraak te nemen op de vreemdelingen, die de 'gordel' van een maagd ontknoopten om haar te bezoedelen, haar dij ontblootten om haar te onteren en haar schoot ontwijdden om haar te beschamen…..o God, mijn God, verhoor ook mij, de weduwe".  Zij beroept zich op wat God volgens haar door haar stamvader Simeon gedaan heeft : opkomen voor de onteerde vrouw. Ze ziet dat als een in Gods kracht verrichte daad [1]  - een heldendaad. Terechte wraak….

 

Precies zo denken wij er over…als we nog niet zijn wedergeboren, als de liefde van het kruis ons niet heeft gegrepen. Want daar bij het kruis van Christus breekt de spiraal van geweld die in ons hart woelt. Christus' sterven aan het kruis betekende een keerpunt. Bij Hem begint een andere weg. Dat is niet de weg van geweld, maar de weg van de liefde. Was u al bij het kruis waar je je harde karakter  kwijtraakt? Volgt u Christus na? Dat is de weg van de liefde.

 

Betekent die liefde nu dat je nooit meer boos mag worden? Is een echt christen nooit meer boos? Paulus zegt zelfs dat je boos moet worden : "weest toornig" (Ef.4:26). Als je nooit kwaad wordt, ben je niet vroom, maar slap. Kwaad worden over zo iets als een verkrachting is niet verkeerd. Als je wel eens de gevolgen van seksueel misbruik ziet bij een vrouw, kun je boos worden. Jezus' ogen konden fonkelen van boosheid als Hij zulke misstanden zag. Maar Paulus doet er op volgen : "(wordt toornig) maar zondigt niet". De boosheid moet geen nacht overblijven - want dan gaat de deur open voor de duivel. Dan word je hard en eenzaam. Dan ben je van de weg van de liefde af. 

 

Boos zijn? Er zijn dingen om woedend over te worden.
Boos blijven? Geef de duivel geen voet. 

 

Vragen

  1. In wat voor situaties kun je terecht boos zijn?
  2. Wanneer gaat boosheid over in zonde?
  3. Moet het kwaad niet gewroken worden? Vergelijk Rom.12:14 met 13:4.

 

 

4.  Panorama                           :    Voor wie meer wil weten, volgen  enkele
    
bijbelgedeelten over de stammen Simeon en Levi  

Woestijn 

De stam Simeon werd steeds kleiner tijdens de tocht door de woestijn (vergelijk Num.1:23 met 26:12-14). In de zegen van Mozes (Deuter.33) wordt de stam niet eens genoemd. Uit Levi stammen Mozes en Aäron (Ex.1). Na de keus tegen het gouden kalf krijgt Levi van Mozes een rijke zegen ( Deut. 33:8-11) : zijn nakomelingen zijn vrijgesteld voor de dienst van God. 

 

Intocht + erfdeel        

De steeds kleiner geworden stam Simeon trekt met Juda op en gaat zo'n beetje in Juda op ( Ri.1:3.17; Joz.19:9). Dat Gods volk slecht tegen de heidense invloed van Kanaän opkon, blijkt uit de geschiedenis van de Leviet in Ri.17 en 18 : hij dient een beeld ! 

 

Ballingschap 

Na de ballingschap komen er geen namen van Simeonieten meer voor. De Levieten zijn wel teruggekomen naar Jeruzalem onder leiding van Ezra. God is trouw aan zijn verbond met Levi (Mal.2:4). 

 

Nieuwe Testament

In Hand.6 vers 7 staat dat veel priesters - uit Levi - in Christus gaan geloven. Christus - die stamt uit Juda - is de bijzondere priester naar de orde van Melchizedek
(zie Hebr.7,m.n. vers 13-14). 
 

 


Voetnoot:

[1] vertaling uit De Boeken van het Oude Testament, Roermond, 1969 (door dr.N.Poulssen)